prey
I. prooi, buit; beast of prey, roofdier; a prey to, ten prooi aan [wanhoop]; II. prey (up)on, plunderen; azen op; fig knagen aan.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. prooi, buit; beast of prey, roofdier; a prey to, ten prooi aan [wanhoop]; II. prey (up)on, plunderen; azen op; fig knagen aan.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Hermann, Duits bariton, *11.7.1929 Berlijn. Prey studeerde te Berlijn en debuteerde in 1952 te Wiesbaden. In 1956 maakte hij een tournee door de VS. Hij werd m.n. als opera-, maar ook als lied-en oratoriumzanger bekend.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: