presentkaasje
(19e eeuw) (eig. kaas van de beste bereiding) (iron.) iemand waarmee men zit opgescheept (een koopje wanneer men het over zaken heeft). Vooral in Ned.-Indië. • En òf!’ beet de rektor af. ‘Zijn eerste werk was zijn priesters flink aan 't studeeren te zetten.’ ‘Natuurlijk, om de kostelijke presentkaasjes onde...