Wat is de betekenis van presentkaasje?

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

presentkaasje

(19e eeuw) (eig. kaas van de beste bereiding) (iron.) iemand waarmee men zit opgescheept (een koopje wanneer men het over zaken heeft). Vooral in Ned.-Indië. • En òf!’ beet de rektor af. ‘Zijn eerste werk was zijn priesters flink aan 't studeeren te zetten.’ ‘Natuurlijk, om de kostelijke presentkaasjes onde...

2025-07-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

presentkaasje

(het, -s): (veroud.) ‘Eene uitdrukking die men bezigt, voor iemand die opgedrongen is en als laatste uitvlucht, naar plantage gezonden wordt, om hem fatsoenlijk uit de voeten te maken’ (van Schaick 1866: 125). Trouwens mijn directeur is van zessen klaar. Geen beter in den ganschen omtrek. 't Is geen present kaasje. Hij is hier al z...

2025-07-29
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Presentkaasje

noemt men in Indië een in Holland mislukt jongmensch, dat met een aanbeveling van een kennis naar Indië gezonden wordt.

Gerelateerde zoekopdrachten