presente
aanwezig, tegenwoordig (aanwezig)
A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)
tegenwoordig; aanwezig; het tegenwoordige; aanwezige; tegenwoordige tijd; geschenk; al presente, nu; per il presente, voor ‘t ogenblik; presente me, in mijn tegenwoordigheid.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. C.F.A. van Dam (1948)
adj. tegenwoordig, aanwezig; onderhavig; (tiempo) presente, m. onvoltooid tegenwoordige tijd; tener presente una cosa, iets voor ogen houden, iets niet vergeten; m. geschenk, present; al, o de, presente, thans, tegenwoordig; por el, o por lo, presente, op dit ogenblik.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: