present (prezent)
[Lat. praesens, tegenwoordig, aanwezig], o. (-en), geschenk, cadeau; meestal als predikaatswoord: iemand iets present geven; (zegsw.) ik heb het niet gekregen, ik heb er moeite, onkosten genoeg aan gehad.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat. praesens, tegenwoordig, aanwezig], o. (-en), geschenk, cadeau; meestal als predikaatswoord: iemand iets present geven; (zegsw.) ik heb het niet gekregen, ik heb er moeite, onkosten genoeg aan gehad.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: