Prejudiceren
(<Lat.), PREJUDICIË'REN (<Fr.), (prejudic(i)eerde, heeft geprejudic(i)eerd), (oorspr. rechtst.) vooruitlopen, een beslissing nemen of een handeling verrichten waardoor men later niet vrij meer is, veelal met de gedachte dat daardoor iets of iem. benadeeld wordt : de bediening in kort geding prejudicieert niet op de hoofdzaak.