Wat is de betekenis van Predisponeren?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Predisponeren

(predisponeerde, heeft gepredisponeerd), geschikt maken tot; inz. (geneesk.) iem. of een orgaan geschikt maken, de werking van een ziektestof of -oorzaak te ondergaan.

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Predisponeren

[zie pre-, en disponeren] vooraf beschikken, voorbereiden, van tevoren ontvankelijk maken.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Predisponeren

voorbestemmen; vooraf beschikken

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Predisponeren

vooraf vatbaar maken; voorbereiden.

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

predisponeren

voorbereiden, vooraf beschikken, inrichten; vooraf genegen of ontvankelijk maken.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

predisponeren

(predispo'ne:rən) (predisponeerde, heeft gepredisponeerd) [Lat. prae, voor + disponere, plaatsen] geschikt maken : iemand kan gepredisponeerd zijn om een ziekteoorzaak te ondergaan.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

predisponeren

[Lat. dispositio, gesteldheid, aanleg] (predisponeerde, heeft gepredisponeerd), ontvankelijk of geschikt maken tot.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten