Wat is de betekenis van Precederen?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Precederen

(precedeerde, heeft geprecedeerd), (<Fr.), voorgaan, voorafgaan, de voorrang hebben.

2025-07-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Precederen

voorafgaan; voorrang hebben

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Precederen

voorafgaan

2025-07-22
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

precederen

voorafgaan, de voorrang hebben.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

precederen

geprecedeerd (Fr. précéder [Lat. praecedere]: voorgaan, voorafgaan, de voorrang hebben).

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

precederen

('de:rən) (precedeerde, heeft geprecedeerd) [Fr. < Lat. praecedere] voorafgaan, voorgaan.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

precederen

(precedeerde, heeft geprecedeerd), voorgaan, voorafgaande, de voorrang hebben.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten