Praticable
I. doenlijk, uitvoerbaar; bruikbaar; begaanbaar; porte praticable, deur waardoor men werkelijk in en uit kan gaan; II. werkelijk voorwerp op ’t toneel.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. doenlijk, uitvoerbaar; bruikbaar; begaanbaar; porte praticable, deur waardoor men werkelijk in en uit kan gaan; II. werkelijk voorwerp op ’t toneel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: