Wat is de betekenis van Pratatief?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pratatief

bn. (...ver, -st), (gemeenz.) praatlustig, spraakzaam.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pratatief

(19e eeuw) (inf.) spraakzaam. • Pratatief: praatlustig. (Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. 1895) • Pratatief, adj. Bavard, loquace. (Callewaert's groot Nederlandsch-Frans en Fransch-Nederlandsch woordenboek inhoudende de woorden der gewone spreektaal. 1909) • Drank moet gebruikt worden voor de gezondheid en...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pratatief

(prata'ti:f) bn. en bw. (...tiever. -st) praatlustig.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pratatief

Pratatief - bn. (...ver, -st), praatlustig, spraakzaam.

Gerelateerde zoekopdrachten