Prat
bn. bw. (-ter, -st), fier, trots, hovaardig: prat zijn (gaan) op zijn geboorte, op zijn geld.
Muiswerk Educatief (2017)
prat - bijvoeglijk naamwoord 1. er trots op zijn ♢ Bennie gaat er prat op dat hij in één keer zijn rijbewijs haalde Bijvoeglijk naamwoord: prat
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Riemer Reinsma (1998)
Wat betekent prat in 'ergens prat op gaan'? In deze uitdrukking betekent prat ‘fier, trots, hovaardig’. De uitdrukking ergens prat op gaan betekent ‘trots op iets zijn’ of ‘zich ergens op beroemen’. Prat werd voor het eerst in 1546 op schrift aangetroffen. Parte, perte, pratte betekende ‘list’, ‘arrogantie’; pratten betekende ‘trots zijn’, ‘pronke...
M. J. Koenen's (1937)
bn. bw.; pratter, pratst (trots, hoogmoedig): prat op iets gaan, zijn, er trots op zijn, er zich op laten voorstaan.
Instituut voor de Nederlandse taal
prat bn. 'trots' categorie: etymologie onduidelijk Mnl. prat 'fier, trots' in de samenstelling pratcamere 'pronkkamer' [1479; MNW]; vnnl. prat 'fier, trots' [1546; Claes 1994a], ook in de samentelling pratstoel 'voorname zetel' [1599; Kil.], naast pratte, parte (zn.) 'verwaandheid' [1599; Ki...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: