Wat is de betekenis van Prakken?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prakken

(prakte, heeft geprakt), 1. eten met een vork fijnmaken; 2. (helm en stro) met een schop in de grond indrukken voor het vastleggen van duinen en zandverstuivingen.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

prakken

(2000) (Vlaanderen, jeugd) neuken. Syn.: bangen*; batsen*; beren*; bijtanken*; boemsen*; bonen*; booreiland* bouwen; bouncen*; choppen*; dammen*; doen*; fucken*; uit de heup* kuchen; honden*; knaksen*; kneuken*; ploppen*; rimpelstiften*; ruggetuffen*; sausen*; stengelen*; tiefsnee* boren; wielen*; wiepen*; een worst* in de gang slingeren. • Pr...

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Prakken

Met een schop in de grond drukken van helm of stro voor het vastleggen van duinen en zandverstuivingen.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Prakken

v., peije, prykje, prakje, prûze, stimpje.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prakken

(prakte, heeft geprakt) met een vork fijnmaken : eten -.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

prakken

(prakte, heeft geprakt), (eten) met een vork fijnmaken en dooreenmengen.

2025-07-25
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

prakken

prakken ww. (NN) 'eten met een vork fijnmaken' categorie: klankwoord, alleen in België of Nederland Nnl. prakken 'Het eten fijn maken en dooreenmengen' in Hij prakt alles door malkander, maakt prakmoes [1871; WNT]. Klankexpressief woord. Nnd. prakken 'persen, drukken'. ◆ prakje zn. (NN) 'fijngemaakte,...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Prakken

Prakken - (prakte, heeft geprakt), eten met een vork fijnmaken.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)