Praefor
dep. (1) ; 1. vooraf zeggen, (mondeling of schriftelijk) doen voorafgaan, en wel: aan een handeling, m. a c c. c. inf., praefatus se summa de re publica acturum Suet.; vooral bij een godsdienstige handeling = vooraf uitspreken, solemne carmen precationis, Liv., en poët. = vooraf aanroepen, divos, Verg. | aan een uitdrukki...