Prachtig
bn. bw. (-er, -st), 1. weelderig, kostbaar ingericht, versierd enz.: prachtige zalen; de prachtige inrichting van dit zeekasteel; — bw. : prachtig uitgedost; 2. bij uitstek mooi, van grote aesthetische waarde: de grachten van Amsterdam zijn prachtig; ik vind het een prachtig stuk ; een prachtige stem ; — bw.: een prachtig geïllustr...