Pottentrien
v. (-en), vrouw die met aardewerk vent.
Marc De Coster (2020-2025)
(1901) (scheldw.) lomp vrouwspersoon; boerentrien. • Wat ziet die mama van Van Raven er uit. Net een pottetrien. (Louis Couperus: De boeken der kleine zielen. 1901-1903) • Belachelijk zijn echter eenige aanmerkingen, die de Hollandsche kritiek op zijn werk maakte. Zoo leest men in de ‘N.R. Crt.’ b.v. ‘En de groote juffe...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
lomp vrouwspersoon; boerentrien. Wat ziet die mama van Van Raven er uit. Net een pottetrien. (Louis Couperus, De boeken der kleine zielen, 1901-1903) Ten eerste de waardin, een vette pottetrien... (De Groene Amsterdammer, 11/09/1926) Voor dikkertjes: zij is wel een matrone, pottetrien, een patapoef. (Agnies Pauw van Wieldrecht, Vin-je dat we een...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: