Wat is de betekenis van Poste?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Poste

post, posterij, postkantoor; poststation; poste restante, op ’t postkantoor blijvend (om afgehaald te worden); poste aux lettres, brievenpost; poste par pigeons, duivenpost; courir la poste, aller un train de poste, lopen als een postpaard; overijld te werk gaan; aller en poste, met de post reizen; par la poste, over (met) de post; poste par...

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Postĕ

adv. oudlatiin = post of postea, Pl.

2025-07-27
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

poste

m. paal, stut; dar poste, iemand lang laten wachten; llevar poste, fam. tevergeefs op iemand staan wachten.

2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)