Positron
o. (-s), (electr.) positief electron van de atoomkern.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
ook positon [uit posi(tief elek)tron] elementair materiedeeltje met positieve lading en gewicht van elektron.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(< → positief, + → electron-, of < → positief, → -tron). Positief electron; = → positon. De laatste naam verdient de voorkeur.
Winkler Prins (1949)
een deeltje dat, wat massa betreft, gelijk is aan een electron, echter met positieve lading.
Jozef Verschueren (1930)
('po:zitron) o. (-en) (spr. ’tro:nǝn) [Lat. positivus, positief] positief geladen atoomelement. → atoom.
dr. H. Pinkhof (1923)
(verkort van positief en electron) een positieve electrische lading met zeer geringe massa, die vrij komt bij de splitsing van atomen. Niet te verwarren met de positieve electriciteit, gebonden aan de eenheid van massa (proton).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: