Wat is de betekenis van Ponken?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ponken

(ponkte, heeft geponkt), (Zuidn.) 1. sparen, potten; 2. (een zuigeling) in doeken winden.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ponken

ponkte, h. geponkt (Z.-N. sparen, potten).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ponken

(ponkte, heeft geponkt), (gew.) sparen, potten.

Gerelateerde zoekopdrachten