Wat is de betekenis van Pompier?

I. (Fr.), m. (-s), (Zuidn.) spuitgast, brandweerman. II. (<Fr.), m. (-s), kleermakersknecht die in de pomp (IV) werkt; — kleermaker in een confectiemagazijn die het confectiewerk passend maakt.

Het woord "pompier" is afkomstig uit het Frans en heeft de betekenis "brandweerman" of "brandweervrouw". Een pompier is een persoon die is opgeleid om branden te bestrijden, mensen te redden en andere noodsituaties aan te pakken. Ze werken bij de brandweer en worden ingezet om levens te redden, eigendommen te bescherme...

brandweerman. iemand die voor zijn beroep branden blust, mensen en dieren bevrijdt en bij ongevallen helpt; iemand die bij de brandweer werkt; brandweerman. Voorbeelden: Onfortuinlijke pompier alsnog overleden. Brandweerman Paul Van Der Haeghen is zaterdag op 57-jarige leeftijd overleden. De sergeant viel vorige maand van een afdaalp...

(1929) (Leuven, stud.) schacht* die de pinten* met bier vult. • De schachten die de pinten vullen zijn de pompiers. De pianist noemt men masjenist. (Ons Leven. 42e Jaargang nr 2, 15/11/1929)

Pompier - (Vlaams) schacht die pinten vult; politieagent. Beide betekenissen zijn verouderd.

brandweerman ‘De toestand in het voormalige Joegoslavië is er anders ook niet beter op geworden,' zei ik, 'er gaan zelfs verhalen over hoe ze in het huidige Sarajewo begonnen zijn zwangere vrouwen in brand te steken zonder daarna de pompiers te verwittigen.' (Herman Brusselmans, Plotseling gebeurde er niks)...

brandweerman (vgl. pompier)

(de, -s) brandweerman, spuitgast. Terwijl enkele spuitgasten ter plaatse zuurstof kregen toegediend door het Rode Kruis, moest één pompier voor observatie in het ziekenhuis worden opgenomen. - GvA, 20-08-2002.

[Fr., van pompe = pomp] brandweerman.