Wat is de betekenis van Polyhistor?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Polyhistor

(Gr.), m. (-s), veelweter, iem. die een uitgebreide kennis bezit in velerlei vakken, doch voornamelijk in geschiedenis en letterkunde (soms ongunstig).

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

polyhistor

(18e eeuw) (< Gr. poluistōr) veelweter; iemand met een encyclopedische kennis van allerlei wetenschapsvakken. Vaak met de bijgedachte dat het om dorre kennis gaat. • Zoo leidde hij het aangenaam leven van den gefortuneerden Polyhistor; vreemd aan wat herinneren mag aan het bestaan van een Faust; met een ongerepten godsdienstvorm naast zich,...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Polyhistor

[Gr. poluistor, van histoor, zie historie] veelweter.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Polyhistor

veelweter

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Polyhistor

veelweter

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Polyhistor

polyhistor, veelweter.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

polyhistor

m. polyhistors (kenner van verschillende vakken van wetenschap, veelweter, soms ietwat ong.).

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

polyhistor

m. veelweter.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

polyhistor

(poli'histor) m. (-s) [Gr. istasthai, weten, veelweter.