Polyeder
(<Gr.), o. (-s), veelvlak; lichaam dat begrensd is door platte vlakken.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. polus = veel, en hedra = zetel, (zit)vlak] veelvlak, lichaam begrensd door vele vlakken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Winkler Prins (1949)
(meetk.), veelvlak. Er zijn vijf soorten regelmatige veelvlakken: de tetraeder (viervlak), de octaëder (achtvlak), de icosaeder (twintigvlak), de hexaeder (zesvlak, kubus) en de dodekaeder (twaalfvlak). De eerste drie zijn opgebouwd uit regelmatige driehoeken, de vierde uit vierkanten en de vijfde uit regelmatige vijfvlakken.
John Kooy (1933)
veelvlak, een lichaam, door veelhoeken begrensd. Er zijn 5 regelmatige p.-s, waarvan alle begrenzende veelhoeken regelmatig zijn, nl. tetraëder (viervlak), hexaëder (zesvlak, kubus), octaëder (achtvlak), dodecaëder (twaalfvlak) en icosaëder (twintigvlak).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: