podding in zijn broek hebben
(1907) (Gent, euf.) oud en sukkelachtig worden. Podding is broodpudding. • Pier wordt oud en sukkelachtig: zijn vletten zijn gevangen, ofwel: hij heeft poddink in zijn broek. (Lodewijk De Vriese: Gentsche Spreekwoorden en Spreekwijzen. 1907)