Wat is de betekenis van podding in zijn broek hebben?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

podding in zijn broek hebben

(1907) (Gent, euf.) oud en sukkelachtig worden. Podding is broodpudding. • Pier wordt oud en sukkelachtig: zijn vletten zijn gevangen, ofwel: hij heeft poddink in zijn broek. (Lodewijk De Vriese: Gentsche Spreekwoorden en Spreekwijzen. 1907)