Wat is de betekenis van Podagreus?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Podagreus

(<Fr.), bn., lijdend aan podagra.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Podagreus

aan voetjicht lijdend.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Podagreus

aan voetjicht lijdend

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

podagreus

met de voetjicht behept.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

podagreus

bn.; podagreuzer, podagreust (Fr. podagreus: lijdende aan voetjicht, het pootje hebbende): een podagreuze papa met zijn dochters.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

podagreus

(‘greus) bn. (...greuzer, -t) met het podagra behept.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

podagreus

[<Fr.], bn., lijdend aan podagra.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

podagreus

podagreus - aan voetjicht lijdend.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Podagreus

Podagreus bn. (...zer, -t), met het pootje of voeteuvel behept.

Gerelateerde zoekopdrachten