Plombeeren
→ Tandheelkunde.
Dr. Ch. Bles (1929)
het opvullen van een door caries in een tand of kies ontstane holte met een hardwordende stof, die niet wordt aangetast door de sappen der mondholte. Het doel van het P. is niet alleen het vullen van het gat, maar ook herstel van de functie van den tand en bescherming der inwendige oppervlakte tegen verdere schadelijke invloeden. Voor de vullende s...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Plombeeren (plombeerde, heeft geplombeerd), van overheidswege met lood verzegelen; van een looden stempel voorzien; — (tandm.) holle tanden of kiezen vullen met lood. goud, zilver, caoutchouc enz. PLOMBEERING, v. (-en).
I.M. Calisch (1864)
plombeeren - bw. gel., looden □, loodjes (merken) aanhangen; (tandm.) vullen (van holle kiezen) met lood of creosoot
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: