Wat is de betekenis van Ploeger?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ploeger

m. (-s), 1. die ploegt; 2. schaafmachine bij het bewerken van metalen.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ploeger

s., ploeger, ploeijer; eersteop boerderij, ploechmaster.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ploeger

m. ploegers (iem., die ploegt; lit. t. boer, landman; schaafmachine bij het bewerken van metalen): de ploeger wekt zijn os.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ploeger

Ploeger m. (-s), die ploegt.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)