Wat is de betekenis van Plebs?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plebs

(Lat.), o., gemene volksklasse, grauw, gepeupel.

2025-07-24
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Plebs

slecht volk, gespuis; gepeupel. Van het Latijnse woord voor het lagere volk. Zie ook plebejer.Als hij niet meedeed met het plebs, verweet men hem dat hij een verkapte aristokraat was, een verouderde liberaal. (C. Vosmaer, Amazone, 1881) O, dat plebs, dat niet wist, dat niet voelde, dat tegen hem opdrong, als schuim warrelde aan hun troon, dat zijn...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Plebs

[Lat. = de niet-patriciers, het gewone volk; gepeupel] volk, gepeupel.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plebs

het gewone volk; de niet-patriciërs (oude Rome)

2025-07-24
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

PLEBS

In tegenstelling tot de hogere klasse van de → patricii werd de grote massa der romeinse burgers met plebs aangeduid. Later werd het woord ook gebruikt voor het arme volk of het roerige gepeupel. Een etnologisch verschil tussen beide groepen kan niet worden aangetoond. Evenmin is aan te nemen dat de plebs ontstaan zou zijn uit de clientela (...

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

plebs

gewone volksklasse.

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Plebs

o., gepeupel; janhagel

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plebs

s.n., rap en rút (it), skoarremoarje, rasmas (it), rosmos (it).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Plebs

plebs, gepeupel.