platmaker
(1935) (Barg.) in de uitdrukking ‘voor de platmaker’: voor de mop, de grap; als aardigheidje. Platmaker komt als substantief ook voor in de betekenis van `grap waarmee men het publiek voor zich kan winnen' (vgl. plat krijgen/platspelen*). Het woord komt dan ook sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw voor in het slang van cabaretie...