plasters
(19e eeuw) (< oude Spaanse munt, Ital. piastra: plaat) (Vlaanderen, inf.) geld, poen. • De Sultan gaf onmiddellijk bevel, dat er ten eerste barakken en andere gebouwen in gereedheid gebragt, en aan deze arme lieden, welke bij den brand alles verloren hadden, aangewezen zouden worden. Bovendien deed hij honderdduizend plasters onder hen uitd...