Plasmolyse
v., (biol.) het loslaten van het protoplasma van de wand van een plantencel als gevolg van de werking van wateronttrekkende middelen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., (biol.) het loslaten van het protoplasma van de wand van een plantencel als gevolg van de werking van wateronttrekkende middelen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jan Meulendijks (1993)
onttrekking van water uit een levende cel (biol.); verbranding van plantewortels door mest (biol.)
G. Th. van Kempen (1974)
(G., lusis = losmaken), loskomen van de cel van celwand. Treedt op als een plantecel in een hypertonische oplossing gebracht wordt en alleen bij levende cellen, met semipermeabel cytoplasma. Treedt ook op als een plant teveel water verdampt, ➝ deplasmolyse.
Veerman (1954)
noemt men het terugwijken van het plasma van de celwand, dat optreedt door onttrekking van water aan de vacuolen, als men de cellen brengt in een oplossing met hogere concentratie dan het vocht in de vacuolen bezit (z. Osmose).
John Kooy (1933)
het verschijnsel, dat het protoplasma v/e plantencel zich losmaakt v/d cel wand, wanneer men die cel behandelt m/e oplossing die water daaraan onttrekt (door → osmose dus).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(biol.), het loslaten van het protoplasma van den wand eener plantencel als gevolg van de werking van water onttrekkende middelen. Kunstmatig kan men plantencellen plasmolyseeren door deze te leggen in sterke suiker- of zoutoplossingen, waarvan de osmotische druk hooger is dan die van het celvocht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: