Plapperen
(plapperde, heeft geplapperd), (germ.) 1. babbelen, snappen; — bazelen: genoeg gestotterd, genoeg geploeterd en geplapperd (Vermeylen); 2. klapperen; 3. slobberen, ploeteren, zoals eenden in het water doen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(plapperde, heeft geplapperd), (germ.) 1. babbelen, snappen; — bazelen: genoeg gestotterd, genoeg geploeterd en geplapperd (Vermeylen); 2. klapperen; 3. slobberen, ploeteren, zoals eenden in het water doen.
M. J. Koenen's (1937)
plapperde, h. geplapperd (Duits, klanknabootsing: babbelen, snappen; nutteloos en dwaas spreken; klapperen; het geluid laten horen, dat een vloeistof maakt, waarin men roert en ploetert, inz. van dieren, watervogels: plassen, slobberen, ploeteren).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(’plappərən) (plapperde, heeft geplapperd) [klnb.] 1. babbelen, snappen: -de meisjes. 2. klapperen: een -de vlag. 3. geluid maken van een schommelende vloeistof: -d water.
J.H. van Dale (1898)
Plapperen (plapperde, heeft geplapperd), slobberen, ploeteren, zooals de eenden en andere watervogels in ’t water of in de modder doen, bij ’t zoeken naar voedsel; — snateren, (fig.) niet meer weten wat men zegt, de kluts kwijt zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: