Wat is de betekenis van Planning?

(<Eng.), v., geleide economie.

(zelfstandig naamwoord) [alg.] planvorming, voorbereiding, uitstippeling - Voor de voorbereiding van de opdeling van de belastingdienst moeten er eerst drie staatssecretarissen gevonden worden. [org.] werkindeling, tijdpad, werkplan, projectplan - Het tijdpad is altijd krap, want dat scheelt kosten.

planning - zelfstandig naamwoord uitspraak: plen-ning 1. overzicht van wat er gedaan moet worden ♢ hoe is de planning voor deze week? Zelfstandig naamwoord: plen-ning de planning de plan...

Het overzien en regelen van toekomstige ontwikkelingen. Korte-termijn planning richt zich vooral op de vraagzijde, omdat die bepalend is voor het niveau van de activiteit op de korte termijn, lange-termijn planning is gebaseerd op aanbodfactoren, m.n. investeringsactiviteiten.

Een gedetailleerd tijdsschema, waarin staat wanneer bepaalde onderzoeksactiviteiten zijn gepland, hoe lang ze gaan duren en door wie ze worden uitgevoerd.

De systematische voorbereiding van activiteiten met een bepaald doel. Planologie Wetenschap die zich bezighoudt met de ruimtelijke ordening.

Een plan waarin de sportleider een aantal dingen vastlegt, te weten: de doelen, volgorde en tijdpad waarin hij die doelen wil bereiken en de inhoud om die doelen te realiseren. We noemen dit planmatig werken. We kennen een gesloten planning (strakke planning), waarbij de sportleider zelf de planning samenstelt zonder overleg met de groep en de open...

[Eng., van to plan = plan tekenen, opmaken, van Lat. planus = vlak] het opmaken van een plan voor een te volgen handelwijze.

Planning is de poging tot beheersing van toekomstige sociale verandering.