Planket
(<Fr.), o. (-ten), 1. plankenvloer; 2. plankenbeschot, schutting of heining van planken; 3. latwerk voor leibomen; 4. veldtafeltje van een landmeter.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), o. (-ten), 1. plankenvloer; 2. plankenbeschot, schutting of heining van planken; 3. latwerk voor leibomen; 4. veldtafeltje van een landmeter.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(plan'ket) o. (-ten) samenstel van planken of latten nl. 1. plankenvloer. 2. plankenbeschot. 3. latwerk voor leibomen. 4. veldtafeltje van een landmeter.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.], o. (-ten), 1. plankenvloer; 2. plankenbeschot, schutting of heining van planken; 3. latwerk voor leibomen.
J.H. van Dale (1898)
Planket o. (-ten), plankenvloer; plankenbeschot; — latwerk voor leiboomen; — veldtafeltje van een landmeter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: