Wat is de betekenis van pitvrucht?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pitvrucht

v. (-en), kernvrucht, vlezige vrucht met een klokhuis: de meidoorn, de mispel, de appel, de peer en de lijsterbes zijn pitvruchten.

2025-07-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

pitvrucht

pitvrucht - Volgens de botanische definitie een vrucht met een structuur (kern) waarin de zaden duidelijk zijn gescheiden van het vruchtbeginsel. Een vrucht die kenmerkend is voor de pitvrucht is de appel. Kleine vruchten die doorgaans 'bessen' worden genoemd zijn eigenlijk pitvruchten, zoals haagbessen en de vruchten van het krentenboomp...

2025-07-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Pitvrucht

Vlezige vrucht met leerachtig of vliezig endocarp, het klokhuis. De p., kenmerkend voor de Pomoideae der Rosaceae, ontstaat uit een onderstandig vruchtbeginsel; een restant van de kelk blijft veelal aan de top zichtbaar.

2025-07-27
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Pitvrucht

Pitvrucht is een vleezige vrucht, waarvan het binnenste deel van het vruchtvleesch rondom de zaden lederachtig is. Dit laatste noemt men het klokhuis, waarbinnen de pitten zijn gelegen. Appel, peer en lijsterbes zijn pitvruchten.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pitvrucht

v. pitvruchten (vrucht met een klokhuis, waarin de pitten of zaden zitten): appels, peren en kweeën zijn pitvruchten.

2025-07-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Pitvrucht

Vrucht van het type van appel of peer, waarbinnen de zaden in een klokhuis zijn opgesloten. Met het (woord pitvrucht duidt men ook wel de boomen aan, welke zulke vruchten vóórtbrengen, nl. appel, peer en vooral kweepeer.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pitvrucht

('pit) v. (-en) vrucht met een klokhuis waarin pitten zitten: appelen en peren zijn -en.

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Pitvrucht

Pitvrucht, - een vleezige vrucht, waarvan het binnenste deel van het vruchtvleesch rondom de zaden lederachtig is (klokhuis). Voorbeelden bij appel, peer en lijsterbes. Zie plaat Vruchtvormen, fig. 22.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pitvrucht

v./m. (-en), vlezige vrucht uit een halfonderstandig vruchtbeginsel van sommige Rosaceae, waarbinnen de zaden in een perkamentachtig klokhuis zijn opgesloten (appel, peer, kweepeer).