Wat is de betekenis van pitteleer?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pitteleer

(Fr. pet-en-l’air), m. (-s), (Zuidn.) soort van korte jas met lange slippen.

2025-07-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pitteleer

(heren)rok De huwelijksmis moest per se met drie pastoors, en voor de boerse schoonfamilieleden was er zonder fout een pitteleer. (Het Laatste Nieuws) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5

2025-07-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pitteleer

(de, -s) (heren)rok, geklede jas, billentikkertje. Ook Fons Singelijn was een echte carnavalist. Hij beleefde carnaval met grijze baard, hoed en pitteleer. - LN, 24-02-2003.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pitteleer

[Fr. pet—en—l’air], m. (—s), (gew.) soort van korte jas met lange slippen.

Gerelateerde zoekopdrachten