Pitchpine
(Eng.), I. zn., 1. m., Noordamerikaanse pijnboom; 2. o., grenenhout daarvan; II. bn.: een pitchpine slaapkamerameublement.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.), I. zn., 1. m., Noordamerikaanse pijnboom; 2. o., grenenhout daarvan; II. bn.: een pitchpine slaapkamerameublement.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. pitchpines (Eng. N.-Am. den, opleverend hard timmerhout; het hout); ook, A m e r i k a a n s g r e n e n h o u t; als bn.: een pitchpine ameublement; zie a l p a c a opm.
Jozef Verschueren (1930)
('pitsjpain) I. 1. o. Eig. hard timmerhout van een Noordamerikaanse pijnboom. 2. m. Metn. die pijnboom. II. bn. van pitchpinehout : een ameublement.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Eng.], zn., m. Noord-Amerikaanse pijnboom (Pinus rigida) die het grenen levert; 2. o., grenenhout van de pijnboom en van andere Pinussoorten; bn., gemaakt van dat hout: een pitchpine slaapkamerameublement.
J. Kramer (1908)
het hout van amerik. pijnboomen, roodachtig-geel van kleur, zeer elastiesch en vast, goed bestand tegen bederf en worm, uitstekend geschikt voor scheepsbouw enz. Zie ook Yellow Pine.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: