pinch-hitter
(1920+) (<Eng.) (honkbal, voetb.) reservespeler (pinch = nood) ingezet om de wedstrijd te redden door een of meer doelpunten te scoren. De pinchhitter vervangt gewoonlijk een zwakkere speler. Oorspronkelijk werd de term alleen bij honkbal gebruikt. • In de 5e inning werd hij als pinch-hitter ingezet en niet zonder succes. Hij gaf twee honk...