pimp
(zelfstandig naamwoord) [alg.] pooier, bikker, souteneur; pooiertype - Wat ziet ze toch in dat pooiertype? Alsof ze geen betere vriend kan krijgen. - Ik laat mijn dochter vrij, maar toen ze met zo'n pooiertype thuiskwam, heb ik toch eens indringend met haar gesproken.