pillendraaier, pillengieter
(1864) (inf.) apotheker of geneesheer die zelf zijn geneesmiddelen bereidt. In een gevangenis: de inrichtingsarts. Fransen gebruiken het scheldwoord 'coupe-chiasse'. Engels: 'pill-grinder'. • Pillendraaijer, m. (-s), apotheker (scheldnaam). (I.M. Calisch en N.S. Calisch: Nieuw woor-denboek der Nederlandsche taal. 1864) • In alle talen z...