Wat is de betekenis van Pik (wrok)?

2025-07-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Pik (wrok)

een pik op iemand hebben, van ’t Fr. piqué, van piquer = eigenlijk met de piek steken, later steken in 't algemeen. Hetzelfde als ons pikken = eig: aan de piek steken