Wat is de betekenis van Pijlgif(t)?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pijlgif(t)

o. (-en), dierlijk of plantaardig vergif, waarmee wilde volken hun pijlen dodelijk of verlammend maken.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pijlgif(t)

Pijlgif(t) o. (-en), dierlijk of plantaardig vergif, waarmede wilde volken hunne pijlen vergiftigen; ...HOUT, o. hondsboom; hout van een pijl; hout geschikt om pijlen van te maken; — (spr.) alle hout is geen pijlhout, niet alles is even bruikbaar; ...IJZER, o. (-s), ijzeren of met ijzer beslagen punt van een pijl, dikwijls van weerhaken voorzien.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pijlgif(t)

Pijlgif(t) o. (-en), dierlijk of plantaardig vergif, waarmede wilde volken hunne pijlen vergiftigen; ...HOUT, o. hondsboom; hout van een pijl; hout geschikt om pijlen van te maken; — (spr.) alle hout is geen pijlhout, niet alles is even bruikbaar; ...IJZER, o. (-s), ijzeren of met ijzer beslagen punt van een pijl, dikwijls van weerhaken voor...