pijl (houten staaf)
m. (-en; -tje) [Lat. pilum] I. Eig. dunne, lichte, houten staaf, aan het ene einde van een punt voorzien, soms gevederd, en bestemd om met een boog afgeschoten te worden : de wordt op de boog gelegd met de inkeping op de pees die, na gespannen te zijn, bij het loslaten de voortstuwt; (met) -en schieten; met een geschoten, doorschoten, getroffen, ge...