Wat is de betekenis van Pietsje?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pietsje

o. (-s), (volkst.) piesje, ietsje, kleinigheid; een pietsje, bw. uitdr., een tikje.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pietsje

(1940) (Katwijk aan Zee) borrel. • De „Noortachers" hebben geen bepaalden schimpnaam, zij worden alleen door het attribuut „blaeuwe (Noorta cher)" gekenmerkt : ten eerste droegen zij vroeger blauwe kousen, ten tweede zijn ze tamelijk gesteld op „'n pietsje" ('n borrel), waaraan zij misschien een blauwe gelaats- of althans neu...

2025-07-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Pietsje

Zie Petrus

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Pietsje

Pietsje - Eigennaam 1. (vrouwelijke naam) meisjesnaam Pietsje heeft de eindstreep van de Vierdaagse gehaald. ,,Ik heb alleen een blaar op mijn rechter teen."

2025-07-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Pietsje

zie pietsie.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pietsje

(pi:tsjə) o. (-s) [msch. Fr. piece, stuk(je)] ietsje, kleinigheid.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pietsje

o. (-s), (gemeenz.) ietsje, kleinigheid; een bw. uitdrukking, een tikje.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pietsje

Pietsje o. (-s), (gew.) piesje, ietsje, kleinigheid.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)