piem
1) (1971) (euf.) verkorting van piemel, penis. Het woord werd bedacht door Amy van Marken, vertaalster van o.a. voorlichtingsboeken voor de lagere schooljeugd en geïntroduceerd in het succesvolle (oorspronkelijk Deense) voorlichtingsboek 'Mammie, waar kom ik vandaan?' Het woord is dan ook vooral kindertaal maar wordt tegenwoordig ook vaak sche...