Wat is de betekenis van piek (I)?

2025-07-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

piek (I)

(ontleend aan de voorstelling van de Hollandse Maagd met de lans op de guldens en andere munten uit de tijd van de Republiek), gulden: Een supersonische nakketikker ... die geen piek in z’n portemonnee droeg, maar wél voor één miljoen babbels had, P. Paul 112.

Gerelateerde zoekopdrachten