piegen
(1913) (stud.) gluren. • (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913) • Piegen – in het halfdonker een karweitje doen, waardoor de ogen schade zouden kunnen lijden. Ook gluren: zit niet zo te piege. (drs. J. van der Spek: Zoetermeers woordenboek. 1981. Digital...