Wat is de betekenis van Picot?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Picot

(Fr.), m. (-s), 1. fijn gekarteld band voor garneringen en versiering; 2. (bij borduur- en haakwerk) uitstekend puntje als versiering aangebracht.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Picot

gekarteld garneerband; gehaakt oogje

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Picot

kartelrand, vooral bij haak- en borduurwerk.

2025-07-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Picot

punt [v. hamer; v. kantwerk].

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

picot

(Fr.) o. omoogje, tandje aan kantwerk.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

picot

[Fr.], m. (-s), 1. fijn gekarteld band voor garneringen en versiering; 2. (bij borduuren haakwerk) uitstekend puntje als versiering aangebracht.

2025-07-24
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Picot

Picot (François Eduard), een verdienstelijk historieschilder, geboren te Parijs in 1786 en een leerling van Vincent, verwierf in 1813 den eersten prijs met zijne „Zegenspreking van Jacob”, en te Rome verhoogde hij zijn roem in 1819 met „Amor en Psyche”, welk stuk in het bezit kwam van Louis Philippe. Een ander uitstekend stuk van zijne hand is : „R...