Wat is de betekenis van Phyllostachys?

Phyllóstachys Sieb. et Zucc. [Ph. Fr. von Siebold en J. G. Zuccarini], - van Gr. phullon, blad; stăchus, aar. - De aarvormige takken der bloeiwijze dragen aan den top dikwerf gewone bladeren.

is een slechts enkele soorten omvattend gesl. van sierlijke bamboes (fam. Gramineae) uit Japan, waarvan cr in de tropen en in Eur. wel worden aangeplant (z. Goudbamboe). De stengels zijn tussen de knopen aan één zijde afgeplat en gegroefd. In Ned. niet winterhard, daarom wel in kassen gekweekt.

Phyllostachys, - plantengeslacht der grassen, met 10 soorten in O.-Azië, na verwant aan Bambusa, doch kleiner en minder warmte behoevend, zoodat P. bambusoides en P. niger met haar verscheidenheden hier als vasteplant kunnen gekweekt worden. Het zijn sierlijke, wintergroene gewassen, 1—3 M. hoog, die zelfs voor stadstuintjes zijn aan te bevelen.

plantengeslacht uit de familie Gramineae, met ca. 30 soorten Oostaziatische bamboesoorten, inheems in bergklimaten in de tropen en in gematigde klimaten. Het zijn rechtopstaande, knopige stengels op een kruipende wortelstok. Phyllostachys-soorten worden veel gekweekt (sierplant, heggen, meubels, handvaten e.d.), b.v. P. aurea (goudgele stengels met...