Phillýrea latifólia L
Z.-Europa, Kl.-Azië; 6-10 m. Opgaand groeiende, sterk vertakte struik met eerst fijn behaarde twijgen, bladstelen en hoofdnerf, glanzend groene, scherp gezaagde, meestal eivormige bladeren, in Mei-Juni bloeiend met kleine, groen-witte, onaanzienlijke bloemen in okselstandige bundels. Twijgen rond, eerst groen, later donkergrijs; bladstelen 3-6 mm...