Phase
(Fr.), v. (-s, -n), 1. schijngestalte van maan of planeten; 2. tijdperk of tijdelijke toestand in de ontwikkeling van iets: de ziekte is een nieuwe phase ingetreden; 3. (nat.) elke bijzondere stand of waarde in een terugkerende opvolging van bewegingen of veranderingen; (electr.) elk der opeenvolgende toestanden van sterkte-verandering bij...