Wat is de betekenis van Phaenomeen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Phaenomeen

(<Fr.), o. (...enen), 1. waarneembaar verschijnsel, natuurverschijnsel; inz. iets buitengewoons ; 2. iem. die de aandacht trekt door een of andere bijzondere begaafdheid: die jonge violist is een wonderkind: ’t is een phaenomeen.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

phaenomeen

o. zie phenomeen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

phaenomeen

o. phaenomenen (Fr. phénomène, Lat.-Gr. phainomenon = het zich zinnelijk vertoond hebbende: ieder waarneembaar verschijnsel: lucht-, natuurverschijnsel; een zeldzaam verschijnsel, zonderlinge gebeurtenis; een genie); ook, p h e n o m e e n.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

phaenomeen

phaenomeen - o., verschijnsel, vooral luchtverschijnsel.

2025-07-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Phaenomeen

Zie phenomeen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Phaenomeen

Phaenomeen o. (...ena), luchtverschijnsel; (fig.) merkwaardig verschijnsel, wonder, genie; — (wijsbeg.) het beeld of de verschijning, die zich in den geest bij de waarneming van daar buiten bestaande zinnelijke voorwerpen vormt: de zichtbare wereld is voor den menschelijken geest een samenstel van phaenomena.

Gerelateerde zoekopdrachten