Wat is de betekenis van pezig?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pezig

bn., 1. van krachtige pezen voorzien: een krachtige, pezige pols; 2. (van ijzer) taai, vezelig van structuur: pezig smeedijzer.

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pezig

pezig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pe-zig 1. voorzien van krachtige pezen ♢ Maikel heeft sterke, pezige armen 2. taai, vezelig van structuur ♢ dit vlees is erg pezig Bijvoeglijk...

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pezig

(‘pe:zəch) bn. en bw. 1. Eig. met krachtige pezen : een -e pols. 2. Metf. vezelig van struktuur :- ijzer.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pezig

bn., 1. van krachtige pezen voorzien: een krachtige, pezige pols; 2. (van ijzer) taai, vezelig van structuur: smeedijzer.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten